Het klinkt als een situatie waar niemand mee te maken wil krijgen: uw perfecte, zorgvuldig in de garage gehouden Opel Corsa – achttien jaar oud, als nieuw, met originele lak – wordt geraakt bij een ongeluk buiten uw schuld. De veroorzaker bekent direct schuld, het schadeformulier is netjes ingevuld en ondertekend. Toch begint daar pas de echte uitdaging. zodra u met de offerte van de automonteur naar de verzekeraar stapt, blijkt het vergoedingbedrag ineens mijlenver van het werkelijk benodigde bedrag om uw auto netjes te laten repareren. Hoe zit het nu in 2025 met het recht op volledige schadevergoeding in Nederland? Aan de hand van een waargebeurd voorbeeld, plus inzichten van Totalcar.nl, duiken we erin.
De schade is fors: de geschatte kosten voor herstel – spatbord, deuren, sierlijsten, lichtmetalen velgen, dorpels plus spuitwerk en mogelijk verborgen schade – lopen op tot 8000 euro. De verzekeraar daarentegen wil slechts 3200 euro overmaken. Zelfs wanneer men kiest voor ‘economisch totaalverlies’ – waarbij reparatie duurder is dan de dagwaarde van de auto – blijft het bod steken op 5400 euro.
Wat betekent het principe van volledige schadevergoeding precies?
Als u in Nederland geheel buiten uw schuld bij een botsing betrokken raakt, hoort u – in theorie – niet zelf voor de herstelkosten op te draaien. Maar de praktijk blijkt vaak weerbarstiger. U had toch niet om dit ongeluk gevraagd? Waarom kijkt de verzekeraar ineens niet meer naar de werkelijke herstelkosten, maar naar de dagwaarde van de auto? Het voelt ergens wrang, en toch zijn er wettelijke regels in het spel.
Heeft u altijd recht op volledige vergoeding?
Volgens de wet is de veroorzaker van de schade in principe verplicht om te zorgen dat de situatie wordt hersteld zoals het was – de zogenaamde ‘restitutio in integrum’. Bij auto’s betekent dat: terug naar de staat vóór het ongeval. Maar er zit een addertje onder het gras. Een gerepareerde auto behoudt zelden precies dezelfde waarde als voor het ongeluk. Verzekeraars keren bij oudere auto’s vaak alleen die dagwaarde uit, ook al is herstel duurder. Dit terwijl het wettelijke principe stelt dat óók waardeverlies (waardevermindering) vergoed moet worden – al valt dat bij auto’s van deze leeftijd soms onder tafel.
Let wel: de wet verbiedt direct dat de benadeelde per saldo ‘rijker’ wordt door de schade-uitkering. Met andere woorden: een oud onderdeel vervangen door een nieuw, kostbaarder exemplaar – waarmee de auto uiteindelijk meer waard wordt dan voordien – zorgt ervoor dat het extra bedrag van de uitkering wordt afgetrokken.
Hoe kunt u opkomen voor uw recht op schadevergoeding?
Gelukkig is men in Nederland niet verplicht om klakkeloos het eerste aanbod van de verzekeraar te accepteren. U kunt schriftelijk bezwaar maken en motiveren waarom een hoger bedrag – onderbouwd met offertes – redelijk is. Belangrijk: de vergoeding voor herstel met factuur (‘op factuurbasis’) reikt meestal tot 60% van de dagwaarde. Is de schade nog hoger, dan verklaart de verzekeraar vrijwel altijd economisch totaalverlies.
In zo’n geval hoeft u de auto niet op factuur te laten herstellen. U mag kiezen – soms laten mensen hun auto voor minder geld elders repareren, of ze laten het zo. Wilt u maximale compensatie én is de auto technisch nog te repareren? Dan kunt u overwegen een schadeclaim via de rechter in te dienen. Zet deze stap vooral als het bod van de verzekeraar de redelijke kosten bij lange na niet dekt. En ja – in dat geval kunt u niet alleen de verzekeraar, maar ook de veroorzaker persoonlijk aansprakelijk stellen.
En nog een tip uit de praktijk: bewaar alle communicatie, offertes en het schadeformulier goed. Schakel eventueel een lokale expert of juridisch adviseur in, en neem rustig contact op met bijvoorbeeld het Juridisch Loket of de ANWB bij complexe dossiers. Zo blijft u niet met lege handen staan.
Heeft u vragen over deze kwestie? Neem contact op met onze klantenservice – binnen twee werkdagen heeft u antwoord.