Elk jaar gebeuren er tientallen zware ongelukken op de Nederlandse snelwegen doordat niet iedere automobilist weet hoeveel volgafstand eigenlijk écht nodig is. Volgens de wet — het RVV — moet u ‘voldoende afstand houden tot uw voorganger zodat u tijdig stil kunt staan, ook als er plotseling wordt geremd’. Simpel gezegd: bumperkleven is uit den boze. Maar ook overdreven veel ruimte laten werkt averechts, zeker als u zo anderen belemmert met inhalen. Dus — hoe rijdt u nou goed? Hoeveel ruimte hoort er tussen auto’s op snelwegen in 2025? We leggen het uit aan de hand van regels én een praktisch voorbeeld waaruit blijkt waarom bumperkleven totaal nutteloos (en ronduit gevaarlijk) is.
Aanrijdingen door onvoldoende afstand komen dagelijks voor — blijkbaar schatten veel automobilisten de veilige volgafstand niet goed in. En ja — zelfs doorgewinterde chauffeurs overschatten hun ervaring of inschattingsvermogen. wat veel over het hoofd wordt gezien: bij hogere snelheid moet de afstand automatisch groter. Alles verandert onderweg — het verkeer, het weer, de aandacht — dus wat vijf seconden geleden veilig leek, is dat nu misschien ineens niet.
Dan de vraag: als uw voorganger ineens de rem intrapt — wat kunt u met 5 meter volgafstand? Niet veel. Zeker niet als u tachtig, honderdtwintig of zelfs honderdtachtig rijdt. Laten we daarom eerst naar de regels kijken.
Wat zegt de Nederlandse wet?
Artikel 19 RVV: Een bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waar deze vrij is.
Voor voertuigen of combinaties langer dan 7 meter of zwaarder dan 3500 kg geldt buiten de bebouwde kom: houd zóveel afstand, dat een inhalend voertuig ertussen kan invoegen.
U merkt het: er wordt geen precieze afstand in meters genoemd — het is aan ú om die inschatting te maken. Logisch, want de daadwerkelijke stopsafstand hangt af van snelheid, weersomstandigheden, remmen, banden, maar ook uw eigen alertheid.
De twee-secondenregel: zo makkelijk werkt het (ook in 2025)
Wie regelmatig op de A1 of A2 rijdt, heeft de ‘twee seconden afstand’-campagne van Rijkswaterstaat vast wel gezien. De vuistregel: houdt u minstens die tijd tussen uzelf en uw voorganger. pak een herkenningspunt, zoals een hectometerpaaltje — als de auto voor u erlangs rijdt, telt u ‘eenentwintig, tweeëntwintig’. Bent u er daarna pas? Dan zit u goed! De twee seconden is natuurlijk een indicatie (iedereen reageert anders, gemiddeld tussen de 0,8 en 1,5 seconde), maar u voorkomt er veel ellende mee.
Bumperklevers opgelet — vooral op de snelweg
Laten we het gewoon zeggen: bumperkleven — zeker bij 130 op de snelweg — is levensgevaarlijk. Hier een simpel rekensommetje om het gevaar duidelijk te maken:
Stel: het is 2025 en auto’s rijden met 140-150 km/u, sommigen zelfs 180 km/u, op slechts 4-5 meter van elkaar. Eén onverwachte actie van een voorligger en u hebt geen tijd voor een normale reactie. Op 180 km/u overbrugt een auto 50 meter per seconde. Zelfs een ultrareactie van 0,5 seconde betekent dat u al 25 meter hebt afgelegd — en dan moet u nog beginnen met remmen! Een doorsnee reactioneel mens heeft minimaal 40-50 meter weerstand nodig voor hij überhaupt remt. Dat is vóór de remweg nog. de uiteindelijke remweg is dan makkelijk het dubbele — u snapt: met 4 of 5 meter afstand redt u het nooit.
Hoeveel afstand is écht slim op de snelweg?
Verkeerspsychologen zeggen: bij 130 km/u, houd ten minste 70 meter — rijdt u 100, dan minstens 50 meter. Liever wat ruimer — zeker als het nat is of u moe bent.
En die twee-secondenregel? Werkt verrassend goed, zelfs anno 2025. Kijk naar een paaltje, tel luid ‘een-Maastricht, twee-Maastricht’ (zoals Nederlanders het herkennen). Komt u bij het object ná die twee seconden? Dan zit u meestal goed — uitzonderingen daargelaten (denk aan een klassieke oldtimer of matige banden). Maar voor de meeste mensen en auto’s geldt: hiermee bespaart u een boel stress, schade en mogelijk erger.