Koken

Kersenwijn maken thuis – zo tover je fruit om tot een verfrissend drankje

Kersenwijn zelf maken? Met 4 tot 5 kilo kersen en een 5-liter mandfles zet je in enkele weken een verfrissende, huisgemaakte wijn van 10-12% op tafel. Alle stappen en praktische tips uitgelegd.

Verspreid de liefde

Koken is voor veel Nederlanders niet alleen een hobby, het is pure passie. Of je nu uren stooft voor die ultieme hachee, of elk jaar eigen vlierbloesemsiroop maakt — het draait altijd om smaak én beleving. Staat er een schaal diepdonkere kersen op je aanrecht? dan heb je meer dan fruit in handen. Je zet gewoon de eerste stap naar een zelfgemaakte kersenwijn: een proces waar geduld en aandacht elkaar ontmoeten. Voor één batch in een standaard 5-liter mandfles heb je meestal 4 à 5 kilo kersen nodig. Zodoende krijg je straks een echte, volle wijn.

Stappenplan

  1. Kersen voorbereiden: Was 4 à 5 kilo rijpe, gave kersen zorgvuldig en laat ze goed uitlekken.
  2. Pulp maken: Doe de kersen in een grote, gesteriliseerde pan. Giet er 4 liter water bij en voeg de afgewogen suiker toe. Meng het geheel en laat op 18–22 °C afgedekt staan, 2 tot 3 dagen. Roer dagelijks rustig door.
  3. Filteren & fermentatievat: Giet het mengsel door een zeef in een schone mandfles of grote weckpot. Voeg eventueel wijngist toe en sluit af met waterslot of een creatieve luchtafvoer (zie onderaan).
  4. Fermenteren: Laat de wijn 2 tot 4 weken gisten op een koele, donkere plek (12–15 °C). Roeren is niet nodig — controleer wel af en toe of het waterslot nog werkt.
  5. Overhevelen: Wanneer het blubben stopt, hevel je de wijn voorzichtig over in een schone fles. Het depot blijft lekker achter in de eerste fles.
  6. Bottelen & laten rijpen: Steriliseer flessen en kurken, vul ze en sluit goed af. Laat de flessen 3 à 4 weken rusten op 12–15 °C. Mocht je nog twijfelen, op YouTube staan goede filmpjes over het bottelproces.

Details maken het verschil

De kwaliteit van je wijn begint met perfecte kersen. Kies voor diepgekleurde, gave exemplaren van de markt of uit je eigen boomgaard. Te vroege kersen zijn te zuur — overrijpe kersen trekken fruitvliegjes en schimmels aan. Neem de tijd, was je fruit zorgvuldig en verwijder slechte stukken.

De juiste verhoudingen

Kersen zijn van zichzelf friszuur met weinig natuurlijke suikers. Wil je een ronde dessertwijn? Reken dan per liter water met zo’n 360 gram suiker (dus ca. 800 ml water, 360 g suiker). Zo krijg je meestal een alcoholpercentage van 10-12%. Liever een lichtere, halfdroge wijn? Ga dan voor 100–150 gram suiker per kilo fruit.

Gisten & fermentatie

Een ruime, schone pan is essentieel. Kers & suiker vormen samen met gist een magisch trio. Houd de temperatuur tussen de 18 en 22 °C, roer geregeld — zuurstof is in deze fase juist goed. Na 2 à 3 dagen is het tijd om het mengsel voorzichtig te zeven en over te zetten naar een schone mandfles. Voeg daarna wijngist toe (te koop bij o.a. Gall & Gall, Jumbo of lokale reformwinkel) en sluit luchtdicht af met een waterslot.

Geen idee wat een mandfles of waterslot is? Zit je met fermentatievragen? Spring gerust even binnen bij de klantenservice van natuurwinkel, De Natuurmiddelenwinkel in Amsterdam — ik heb er zelf goede ervaringen!

Bottelen: zo doe je dat veilig

Als het waterslot stil blijft is het tijd om te bottelen. Alles moet brandschoon: spoel flessen en kurken met heet sodawater. Vul de flessen, sluit strak af en leg ze weg in een frisse kelder (liefst 12–15 °C, zoiets als in de Jordaan nog te vinden is onder oude grachtenpanden). Rust is nu cruciaal: na een maand proef je echt dat alles mooi samengekomen is.

Geen mandfles of waterslot?

Geen paniek — je hoeft niet meteen naar een dure wijnwinkel. Een grote, goed gereinigde weckpot is een prima alternatief. Sluit deze af met een stevige rubberen stop waar je een gaatje in prikt; daarin past dun plastic slangetje (of een stuk fietspomp-slang van de Blokker). Steek het uiteinde in een met water gevulde PET-fles — zo heb je zelf je waterslot gebouwd! Of, nog makkelijker, leg een schone kaasdoek of oude theedoek losjes over de pot en zet vast met een elastiek. Zo ontsnapt het koolzuurgas, maar krijg je geen ongewenste beestjes of schimmels. Belangrijk: werk hygiënisch — houd alles goed schoon, zeker als je keukenkastjes oud zijn en je niet zit te wachten op wilde melkzuurbacteriën.

Verspreid de liefde