De meeste mensen noemen ‘m gewoon oleander, maar officieel heet hij laurierroos. Oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied — intussen al jaren een bekende verschijning in vele Nederlandse tuinen en op terrassen. De plant vraagt niet veel ervaring, maar wel regelmatig wat zorg. Waar moet u precies op letten?
Lichtbehoefte
Oleanders zijn echte zonaanbidders en houden van warmte. Ze kunnen prima binnen én buiten worden gehouden, maar de Nederlandse winter overleven ze buiten niet. Zet ze pas buiten als het ’s nachts niet kouder is dan 10 °C. Laat de plant stap voor stap wennen aan de zon: eerst in halfschaduw, na een maand op de zonnigste plek die u heeft — zo nodig op uw balkon of in de serre.
Water geven
Verwacht geen makkelijke dorstlesser. Ze zijn behoorlijk dorstig in de zomer: dan is soms twee keer per dag water nodig. Beste moment? ’s Avonds, zodat hij de nacht heeft om het vocht op te nemen. Droogt de aarde de ochtend erop alweer uit, geef dan gerust opnieuw water. Vul de onderschotel — dat houdt ‘m ook overdag vochtig. Let op: in de volle zon kan de potgrond flink opwarmen — lauw water is dus fijner dan ijskoud, anders laten de bladeren los. In de winter beperkt water geven — net genoeg dat de kluit niet helemaal uitdroogt.
Hoe overwinteren?
Sommige soorten kunnen wat vorst verdragen, maar beter is het de oleander binnen te zetten als het structureel kouder is dan 6 °C. Kies een plek waar het minstens 5 °C is (een onverwarmde kamer of beschutte berging). Kan het alleen in een warmere ruimte (10-15 °C)? Geef dan nauwelijks water — anders groeit de plant uit en blijft ie erg slap.
De oleander snoeien
Ieder voorjaar is terugknippen aan te raden. Nieuwe scheuten bloeien dan uitbundiger. Snoei de helft van de zijtakken tot tweederde terug, de rest tot een derde. Na de winter, als er geen nieuwe knoppen ontstaan, mogen oude scheuten helemaal tot aan de basis worden verwijderd. Sommigen zweren bij herfst-snoei — uw keuze.
Voedingsbehoefte
Wekelijks bijmesten doet wonderen. Er is speciale oleander-voeding, maar gewone vloeibare plantenvoeding voor bloeiende planten volstaat ook prima. Begin circa 1-2 maanden na het verpotten in het voorjaar, en stop een maand voor de plant de winterrust ingaat. Zo blijven de bladeren gezond en krijgt u véél bloemen.
Overige tips
Kies niet te snel een te kleine pot: oleanders hebben ruimte én voeding nodig om rijkelijk te bloeien. Jonge planten elk jaar verpotten — grotere om het jaar is zat. Is de plant zo groot dat verpotten onmogelijk wordt? Vervang dan alleen de bovenste laag potgrond. Neem steeds een iets grotere pot dan laatst, zo krijgen de wortels weer wat ademruimte.
Hoe vermeerder je de oleander?
Beloofd is beloofd: hier zijn drie betrouwbare manieren. Oleander kun je vermeerderen uit zaad én uit stekken. Die laatste methode kan op twee verschillende manieren. Hieronder leg ik het alle drie stap voor stap uit.
Oleander uit zaad opkweken
Wie het uit zaad probeert, wordt soms verrast door afwijkende bloemkleuren. Eerlijk: alleen de meest volhardende hobbyist kiest vaak voor deze route, want het kost bakken geduld én succes is niet altijd verzekerd. Toch lukt het, met deze instructies:
Oogst de rijpe zaden van de plant pas na de winterrust — meestal kleurt de zaaddoos bruin in februari of maart. Dan openmaken en zaaien maar. Gebruik luchtige aarde en dek de zaadjes af met een plastic fles of zakje: zo blijft het vochtig en warm. Zet ze licht, liefst op een vensterbank boven de radiator. Na circa 4 weken verschijnen de eerste sprietjes.
Verspeen de jonge plantjes voorzichtig zodra ze een paar centimeter groot zijn in kleine potjes. Ook dan licht houden en regelmatig water geven — niet te nat. Hebben ze 10 cm bereikt, verpot ze dan naar een grotere pot. Bij 15-20 cm is het slim het topje eruit te knijpen: zo vertakt de oleander mooi bossig.
Zo nu en dan in een grotere pot zetten. ’s Zomers buiten, ’s winters binnen houden. Bloemen? Pas na zo’n vier jaar. Houd er rekening mee: niet iedere oleander geeft bruikbare zaden. Roze rassen bijna nooit, de enkele bloemige juist vaak, dubbelbloemigen zelden — beetje pech of geluk dus.
U kunt ook zaden eerst op water laten kiemen: doe ze in een schaaltje of potje, houd het vochtig — binnen 1 tot 4 weken verschijnen worteltjes. Wacht tot de zaailing minstens twee blaadjes heeft, dan voorzichtig in de aarde zetten.
Stekken in aarde
Bij stekken snijdt u gezonde, half verhoute scheuten van 12-20 cm van de moederplant. Snijd net onder een bladknoop, verwijder de onderste bladeren en bloemknoppen. Tip: het beste zijn scheuten waar al houtvorming in zit.
Laat de stekken een paar uur drogen voor u ze 3-4 cm diep in verse stekgrond steekt. Bij half-houtige stekjes steken we de helft in de grond. Druk de aarde stevig aan, geef direct water en dek af (bijvoorbeeld met een potje of foliezak) voor extra luchtvochtigheid.
Zet de stekken schaduwrijk, houdt het lekker vochtig bij 18-22°C. Tot er worteltjes groeien neemt de stek alleen water op via de bladeren — benevelen werkt dan goed. Voorkom uitdroging door met folie of een glazen pot het microklimaat nat te houden. Check dat de grond altijd vochtig is. Binnen 2-4 weken ontstáán er wortels. Nieuw blad betekent: tijd om de afdekking weg te halen. Laat ze rustig verder groeien — geef water zoals bij grotere planten.
Stekken in water
Neem 10-15 cm lange scheutjes, ontdoe ze van bloemen en bladeren. Laat kort drogen, zet ze dan in een glas water, waarbij de scheut 3-5 cm onder water staat. Donkere glazen werken beter: het water blijft zo langer warm en minder kans op alg.
Ontstaan er bruine worteluiteinden? Ververs het water en snijd het rotte stukje af. Na 10-20 dagen ontstaan meestal de eerste worteltjes. Pas als die stevig genoeg zijn, mogen ze de grond in. Jonge plantjes zijn extra gevoelig voor kou — dus pas als het warm is naar buiten of op een beschutte plek zetten.
Prachtig, maar giftig!
Alle delen van de oleander zijn giftig — ook in 2025 zijn er elk jaar weer een paar meldingen bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum. Draag tuinhandschoenen bij het snoeien en oppotten! Inslikken van grotere hoeveelheden kan misselijkheid, braken, overmatig speekselen, buikpijn, bloederige diarree en hartritmestoornissen veroorzaken. Ernstige gevallen zijn zeldzaam, maar neem geen risico’s — houdt kinderen en huisdieren uit de buurt.
Goed om te weten: vanwege de bittere smaak komt in Nederland maar heel incidenteel vergiftiging voor — geen stress dus, gewoon verstandig omgaan met deze Zuid-Europese beauty.