Varkenslever is zo’n typisch Nederlands ingrediënt — betaalbaar, voedzaam en verrassend veelzijdig. toch blijft-ie vaak liggen bij de slager of verse markt. Best jammer, want met een klein trucje krijgt u altijd een zachte, sappige lever op tafel, zonder dat rubberige mondgevoel. Hier leest u precies hoe u dat voor elkaar krijgt.
Waarom varkenslever een plekje in uw weekmenu verdient
Schrappen uit het menu, alleen omdat het soms taai wordt? Zonde. Varkenslever barst namelijk van de B-vitamines, zit vol foliumzuur, ijzer, zink — en is een mooie bron van calcium. Fun fact: het helpt zelfs de opname van vitamine D verbeteren.
We kennen het: tussen werk, files en kletsende regenbuien schiet de inspiratie er soms bij in. Varkenslever is dan een slimme keuze voor een snelle lunch of diner. Hij is snel klaar, past bij allerlei gerechten én kost bijna niks — supermarkt of op de markt bij bijvoorbeeld Boon’s of de lokale Jumbo.
Voor wie zich zorgen maakt: een lever filtert afvalstoffen, maar slaat deze niet op. Eet het dus gerust, als u van lever houdt! Voor baby’s en peuters geldt: maximaal één keer per week; ook dan is het een topbron van vitamines. Lusten ze ’t niet? Serveer het eens als paté op een stukje Fries roggebrood met wat vijgen — zulke combinaties maskeren de uitgesproken smaak.
Volwassenen doen er goed aan het wekelijks op tafel te zetten. Paneren, bakken, stoven, of als paté op toast bij uw ontbijtje — er zijn legio opties.
Zo krijgt u varkenslever heerlijk zacht
Zelf een tip uit eigen keuken: bewaar varkenslever nooit langer dan één dag in de koelkast. Stop het ook niet in een zakje — dan krijgt u gegarandeerd die onfrisse geur.
Voorbereiden? Ontvlies de lever en spoel ‘m even af onder stromend water. Maar — heel belangrijk — zorg dat hij droog is voordat u gaat bakken. Gebruik gerust keukenpapier. Droog de plakjes dus goed, voordat ze de pan in gaan.
Maakt u de lever niet direct klaarmaakt? Laat ‘m dan gerust een nachtje in melk marineren, met een teentje knoflook erbij. Vooral als u paté wil bereiden, werkt dit wonderen voor de malsheid.
Het allerbelangrijkste punt: voeg geen zout toe tijdens het bakken! Zout pas op het einde geeft u die mooie structuur — anders wordt de lever taai en rubberachtig.
Dus, houdt u deze kleine dingen in de gaten, dan serveert u voortaan – gegarandeerd – een perfect zacht en smakelijk stukje varkenslever. Glimlach gegarandeerd aan tafel.
Praktische tips voor een sappig resultaat:
- Snijdt niet te klein: stukken ter grootte van een duim zijn ideaal.
- Bakken doet u op hoog vuur, blijven bewegen is het devies (“rondslingeren” zoals ze in Rotterdam zeggen).
- Niet te veel tegelijk in de pan — anders gaat het smoren, niet bakken.
- Perfectie vraagt oefening: het geheim is stoppen wanneer de binnenkant nog nét rosé is. Dit is echt de sleutel.
Nu u weet hoe u varkenslever zacht houdt, haast ik mij om mijn favoriete, snelle recept te delen — simpel, maar net even bijzonder: