Ken je het? Je hebt eindelijk wat vrije tijd in de tuin en prompt duiken ze op: vliegen, luizen of de zoveelste fruitvlieg in huis — het kan best vervelend zijn. En dan die larven in de grond (grubs, wie heeft ze niet!). Maar wist u dat er al eeuwenlang een kruid in de Nederlandse sloten en bermen groeit dat ú kan helpen? Boerenwormkruid, of in de volksmond ook wel “varádics”. Een sterke plant met een bittere geur, niet veeleisend, maar van grote waarde. Vroeger werd hij zelfs geneeskrachtig gebruikt, tegenwoordig vooral als natuurlijke bestrijder. Vliegen, vlooien, luizen — en als u het met wat vlierblad combineert, is de geur haast ondraaglijk voor ongedierte.
Vers werkt boerenwormkruid al prima, maar gedroogd doet hij het het best: hang een bosje in de kast, strooi hem rondom je huis of leg hem in de voorraadkamer. Let op: deze plant is giftig — niet eten, geen thee zetten!
Waar koop je boerenwormkruid in Nederland (2025)?
Gelukkig hoeft u niet meer langs sloten te struinen zoals oma. Boerenwormkruidzaad en jonge planten zijn gewoon te koop bij tuinwebshops en lokale tuincentra. Denk bijvoorbeeld aan Tuincentrum Osdorp (Amsterdam), Sprinklr, of de zaadjes van Vreeken’s Zaden (Dordrecht) — vaak overzichtelijk verpakt, soms zelfs kant-en-klaar als jonge plant. Kijk ook eens bij OBI (vaak uitverkocht in het voorjaar) of marktplaatsen zoals Bol.com. Mijn tip: check vooraf even of er voorraad is, want boerenwormkruid wordt steeds populairder, zeker onder liefhebbers van ecologisch tuinieren.
Hoe en wanneer plant je boerenwormkruid?
Vanaf het voorjaar — zodra het niet meer vriest — is zaaien of uitplanten ideaal. Strooi de kleine zaadjes op een zonnige of halfschaduwrijke plek, bedek nauwelijks met aarde. Krijgen ze de ruimte, dan groeien ze overal. Boerenwormkruid houdt vooral van droge, goed gedraineerde grond: stilstaand water vindt hij maar niks. Zet jonge planten ongeveer een handbreedte uit elkaar, dan hebben ze alle ruimte om te floreren. En fijn: je hebt er (vrijwel) geen omkijken naar — weinig water nodig, geen extra voeding. Als hij zich eenmaal thuis voelt, komt hij jarenlang terug.
Twijfelt u? Vraag gerust om advies bij de klantenservice van uw favoriete tuinwinkel, vaak helpt een medewerker u vlot op weg. Kost niks.
Drogen, bewaren en gebruiken van boerenwormkruid
Knip op warme zomerdagen de stelen met bloemen, bind ze samen en laat ze op een droge, schaduwrijke plek drogen (denk aan zolder of onder de overkapping). Goed droog? Stop ze in papieren zakken of katoenen zakjes en leg ze bij je voorraad — in je keukenkast, kledingkast of zelfs onder het bed. Ongedierte mijdt de geur. Eén waarschuwing: ga er zuinig mee om, en let op in huizen met kinderen, honden of katten — het is geen speelgoed! Deze plant is je bondgenoot, geen huisvriend.
Grubs in de grond? Dit zijn nu de stappen
Onder de grond gebeurt meer dan je denkt. Larven van kevers en meikevers zijn al vroeg actief en kunnen zich jarenlang tegoed doen aan wortels. Eind mei is hét moment om in te grijpen. Boerenwormkruid helpt met zijn geur, maar dat alleen is soms niet genoeg. Plant lokplanten zoals larkspur (ridderspoor) of sla — daar verzamelen de larven zich en kun je ze verwijderen. Voeg knoflook of munt toe en giet een paar keer met water waarin deze kruiden zijn geweekt. En vergeet je natuurlijke helpers niet: loopkevers, egels, kippen en zelfs een mol kunnen wonderen doen. Een goede composthoop helpt ook de bodem weerbaarder te maken. Wie nú actie onderneemt, geniet de hele zomer van een rustige tuin.
Giftig? Hoe zit het met regenwormen?
De naam boerenwormkruid is een beetje misleidend. Wormen worden hierdoor niet verjaagd — ze zijn juist goed voor de bodem (en ons!). Het kruid doet regenwormen niks, het gaat om de naam. Maar let wel: de bloemen zijn giftig, vooral voor huisdieren en kleine kinderen. Zet de plant dus achterin de tuin of op een plekje waar ze niet zomaar bij kunnen.
Boerenwormkruid is geen wondermiddel, maar wel mooi, geurig en nuttig. Geef het een plek in uw tuin — respecteer de plant, en hij beschermt uw tuin zonder moeite jarenlang.