Er is zo’n moment tijdens het autorijden dat iedereen herkent: het moment waarop het gele brandstoflampje oplicht. ineens voelt elke bocht spannender en elke stoplicht net iets risky-er. Maar hoeveel benzine heb je dan eigenlijk nog? En hoe ver kun je nog echt komen, voordat je auto zwijgend tot stilstand komt? Tijd om dat uit te zoeken.
Hoeveel benzine blijft er over als het lampje brandt?
Een exact antwoord is er niet, want auto’s verschillen — en fabrikanten stellen het lampje niet allemaal hetzelfde af. In de praktijk geldt: meestal springt het lampje aan als er nog zo’n 10 à 15% in je tank zit. Bij een gemiddelde auto betekent dat ongeveer 5 tot 10 liter. Dat is toch best wat, maar onderschat het niet.
Wat betekent dat in kilometers?
Nu wordt het interessant. Hoe ver komt u hier nog mee? Dat hangt vooral af van uw rijstijl en de verkeerssituatie. Even rekenen: bij een gemiddeld verbruik van 7 liter per 100 kilometer en nog 7 liter in je tank, zou je in theorie tot 100 km kunnen halen. In werkelijkheid ligt het meestal tussen de 40 en 80 km. Heeft u veel files, snel optrekken en afremmen? Dan slinkt het restant nog sneller.
Wat als je het negeert?
Dan volgt dat zenuwslopende moment: sputterend komt de auto tot stilstand. Sta je nét op de A2 of Afsluitdijk — dan heb je een probleem. Misschien staat de volgende Tango of Shell om de hoek, maar meestal heb je die mazzel niet. Kortom: neem het lampje serieus en ga niet gokken.
Wat leren we hiervan?
Een waarschuwingslampje is geen drama, maar om er sport van te maken — dat is vragen om problemen. U redt het best een keer als u haast hebt, maar zie het als een vriendelijk advies van uw auto om een tankstation op te zoeken. Want systematisch “uitmelken” is op den duur slecht voor motor en pomp — en voor uw hartslag.
Extra tip: vertrouw niet blind op de boordcomputer
Heeft uw auto een “bereik”-indicator? Die schat meestal iets te optimistisch. Alsof je continu 90 rijdt met geen tegenwind en een rijstijl als Max Verstappen op zondagmiddag… Altijd een beetje marge houden dus — en het lampje vooral niet als startschot van een wedstrijd zien.
Kortom: geen paniek als het lampje brandt, maar ga wel opletten waar het dichtstbijzijnde tankstation is. Te lang wachten en de laatste kilometers worden ineens een zenuwslopende uitdaging. En laten we eerlijk zijn — daar zit in 2025 niemand meer op te wachten.