De afgelopen maanden zie ik opvallende prijsstijgingen als het gaat om gezinswoningen – en de verschillen tussen stad en regio zijn groter dan ooit. Volgens Károly Benedikt van vastgoedkantoor Duna House steeg het gemiddelde bedrag dat Nederlanders voor een huis betaalden dit jaar naar 39,7 miljoen forint – een flinke miljoen meer dan vorig jaar. (Voor het gemak: 1 miljoen forint is nu zo’n 2.650 euro waard, maar laten we vooral kijken naar de trends zelf.)
Kijk je naar de verkoopcijfers van de eerste zeven maanden, dan valt op: wie in steden als Miskolc zoekt, vindt voor 30 miljoen forint een woonoppervlak van liefst 82 vierkante meter – dat is bijna het dubbele van wat je in een buitenwijk van Amsterdam zou krijgen. Kaposvár kwam daar met 79m2 meteen achteraan. Opvallend: in Békéscsaba, vorig jaar nog koploper, krijg je tegenwoordig ‘maar’ 78 meter omdat de gemiddelde prijs per vierkante meter flink is opgelopen.
Toch zijn er ook steden waar je met hetzelfde budget juist méér ruimte krijgt dan vorig jaar. In Tatabánya, Veszprém en Győr bijvoorbeeld stijgt het woonoppervlak voor 30 miljoen forint met gemiddeld 1 à 2 m2. In Pécs blijft het precies gelijk – 55 m2 voor hetzelfde geld. In Oost-Hongarije zet de prijsstijging stevig door. Alleen Debrecen vormt een positieve uitzondering: waar u vorig jaar voor 30 miljoen forint aan een woning van 41m2 kwam, krijgt u nu bijna 50m2.
Gezinswoningen overal duurder, maar niet overal minder ruimte
Slechts op twee plekken – Tatabánya en Nyíregyháza – kreeg u dit jaar meer tuin aan huis voor hetzelfde geld als vorig jaar. Met name in de ‘mijnstad’ Tatabánya kon men zelfs rekenen op 11 extra vierkante meter: met 87 m2 koop je daar met 30 miljoen forint relatief royaal. Békéscsaba steekt er alsnog bovenuit; voor hetzelfde bedrag was daar een huis van maar liefst 111 m2 mogelijk. Er is echter een duidelijke kanttekening: kopers leveren in vergelijking met vorig jaar zo’n 16m2 in oppervlakte in.
In Kaposvár en Miskolc loopt het oppervlakte voor hetzelfde bedrag eveneens terug – maar met 94 en 90 m2 koop je er nog steeds een fatsoenlijk familiehuis. Debrecen is amper bij te houden qua prijzen: 30 miljoen forint levert u daar slechts 49 m2 op. Dat is 15 m2 minder dan een jaar terug — bijzonder scherp voor deze regio.
In de hoofdstad: kleiner wonen voor meer geld
Wie het vizier op Amsterdam zelf richt, ziet dat zelfs de grootste woningen hier bijna een vijfde kleiner zijn dan in de provinciale topsteden. Was Pesterzsébet vorig jaar nog de goedkoopste wijk, nu is dat Csepel — daar vindt u nog een appartement van 67 m2 voor 40 miljoen forint. Aan de westkant, in het prijzige Amsterdam Zuid (oftewel het IIde stadsdistrict), kost dezelfde 40 miljoen een compacte studio van slechts 29 m2.
De vierkante meterprijzen voor gezinswoningen schommelen in Amsterdam tussen 476.000 en 911.000 forint. Met 40 miljoen komt u daarmee uit op huizen van iets onder de 50 tot iets boven de 80 vierkante meter. Wie dus droomt van royaal wonen in de hoofdstad, zal flink moeten bijleggen — of uitwijken naar randgemeenten als Haarlem of Almere.
Tips als u in 2025 wilt kopen
- Zet niet alleen in op populaire wijken; verrassende deals liggen vaak aan de stadsrand.
- Bekijk het energieverbruik — een lagere prijs per vierkante meter loont pas echt als de maandlasten meevallen.
- Overweeg kleinere steden; hier krijgt u anno 2025 duidelijk veel meer ruimte voor hetzelfde geld.
- Check lokale platforms als Funda of Pararius, maar vergeet Marktplaats niet – soms duikt er een minder bekend pareltje op.
Het verschil tussen de hoofdstad en de regio’s zal voorlopig niet verdwijnen. Toch: met slimme keuzes – en misschien een beetje geluk – kunt u in 2025 nog altijd een fijne plek vinden die bij uw leven past.